“Wat ben je?” is een veelgestelde vraag. Of: “Wat wil je later worden?”, die aan kinderen gericht wordt. Waarmee bedoeld wordt wat voor werk je doet of wilt gaan doen. Kennelijk ben je niet een persoon, maar ben je je werk. En als je geen werk hebt, dan ben je dus niemand. In plaats van vragen wat iemand is, moeten we vragen wat iemand doet om klimaatverandering tegen te gaan. Of om soorten te behoeden voor uitsterven. Of om de bodem te beschermen. Of om de verbinding tussen mensen te vergroten. Dat soort dingen doen er namelijk toe.
Veel werk is op het moment volkomen nutteloos. Het is meer bezigheidstherapie; de zingeving is ver te zoeken. Ontslagen worden is dan een mooie kans om op zoek te gaan naar zingeving, maar waar je die zult vinden is onzeker (hopelijk op een meenderij). En anders toch met een regeneratieve activiteit, waarbij je verbinding ervaart met de natuurlijke omgeving en andere mensen.
Op een meenderij is geen werk in de klassieke zin des woords
De mens is de enig diersoort die moet werken om te mogen leven. Op een meenderij is geen werk in de klassieke zin des woords. De eerste levensbehoeften zijn vervuld, want daar zorgen we gezamenlijk voor. Dat geeft iedereen de ruimte om na te denken over wat ze echt willen doen. Datgene waarvan je op je sterfbed spijt van zou hebben als je het niet gedaan had. Want alleen als je doet waar je hart ligt, vind je zingeving. En meestal is dat niet maar één ding; mensen zijn heel veelzijdig.
We zijn niet ons werk, we zijn onszelf.